Sollicitatievragen en -antwoorden
Je wilt natuurlijk dat een sollicitatiegesprek goed gaat, zodat jij hopelijk die nieuwe baan krijgt! Een goede voorbereiding is het halve werk. Bedenk dus van tevoren welke vragen de interviewerwaarschijnlijk gaat stellen en welke antwoorden je hierop wil geven. Je gaat dan veel zelfverzekerder het gesprek in en je kunt vlot een goed antwoord formuleren.
Veel voorkomende sollicitatievragen
De belangrijkste zaken die een interview over jou wil weten zijn je ambitie, je motivatie, je persoonlijkheid en je kwaliteiten. Zo kan hij bepalen of jij geschikt bent voor de functie. Hieronder staan enkele sollicitatievragen die je kunt verwachten met mogelijke antwoorden.
1.Hoe zou jij jezelf in drie woorden omschrijven?
Probeer drie eigenschappen te noemen die tevens nodig zijn bij de functie waar je op solliciteert. Solliciteer je naar een managementfunctie? Vertel dan bijvoorbeeld dat je zelfverzekerd, ondersteunend en besluitvaardig bent. Let op: wees wel eerlijk! Noem geen eigenschappen die weliswaar goed bij de functie passen, maar die jij niet hebt.
Houd er rekening mee dat een interviewer waarschijnlijk doorvraagt. Hij wil dan bijvoorbeeld weten waaruit blijkt dat jij vindingrijk bent of hoe jij die eigenschappen in gaat zetten als je de baan krijgt.
2. Wat zijn je zwakke eigenschappen?
Noem eigenschappen die ook positief kunnen zijn en geef aan waarom. Zeg bijvoorbeeld dat je ongeduldig bent, maar daardoor zaken wel snel aan wil pakken en resultaat wil zien. Of geef aan dat erg perfectionistisch bent, maar daardoor weinig fouten maakt.
Ook kun je uitleggen hoe je zwakke punten in de loop der jaren hebt verbeterd. Misschien heb je je faalangst overwonnen door een cursus te volgen of heb je geleerd om steeds meer taken uit handen te geven. Wat je in ieder geval niet moet doen, is zeggen dat je geen zwakke eigenschappen hebt!
3. Waarom heb je op deze functie gesolliciteerd?
Noem enkele elementen in de functie die je aanspreken, zoals het contact met klanten, het organiseren van congressen en het schrijven van persberichten. Zorg ervoor dat je uit kunt leggen waarom dit je zo leuk lijkt.
4. Wat trekt je aan in dit bedrijf?
Noem bijvoorbeeld de prettige werkomgeving, de bedrijfscultuur en de mogelijkheden voor persoonlijke ontwikkeling. Laat blijken dat je hebt verdiept in de organisatie. Je kunt bijvoorbeeld relevante trends of producten noemen die je aanspreken.
5. Waarom heb je gekozen voor deze opleiding?
Het is belangrijk dat uit je antwoord blijkt dat je goed hebt nagedacht over je keuze. Zeg bijvoorbeeld dat deze opleiding je kennis en vaardigheden bood die nodig zijn om jouw ideale baan te kunnen uitoefenen. Zeg niet dat je voor deze studie hebt gekozen omdat de school die het aanbiedt dichtbij is of omdat je niet wist wat je anders moest studeren.
6. Waarom moeten wij jou de baan geven?
Noem voorbeelden van ervaringen die laten zien dat jij geschikt bent voor deze functie. Doe dit met de STAR-methode:
- Situatie: ‘Ik werkte als partymanager en ik moest bij een catering voor 1300 man leiding geven aan wel 80 cateringmedewerkers.’
- Taken: ‘Ik moest ervoor zorgen dat al het personeel wist wat er wanneer moest gebeuren, zodat de opdrachtgever tevreden zou zijn.’
- Activiteiten: ‘Ik verdeelde het personeel in acht groepen, wees per groep een leider aan en maakte elke groep verantwoordelijk voor één deel van de zaal. Ook hield ik een briefing, waarin ik iedereen duidelijk uitlegde wat er moest gebeuren.’
- Resultaat: ‘De partij verliep prima en de opdrachtgever was zeer tevreden.’
Uit dit antwoord blijkt bijvoorbeeld dat je kunt delegeren, aansturen en goed kunt functioneren in stressvolle situaties.
7. Waar ben jij trots op en wanneer was je juist teleurgesteld?
Vertel iets over een goed resultaat, maar overdrijf niet. Zeg bijvoorbeeld dat je die ene onmogelijke taak uiteindelijk toch goed hebt weten uit te voeren. Zorg dat je ook iets kunt noemen dat minder goed ging en vertel hoe je daarmee bent omgegaan. Let op dat je de schuld niet in de schoenen van een ander schuift, maar verantwoordelijkheid neemt voor je eigen fouten.
8. Waar zie jij jezelf over vijf jaar?
Laat zien dat je ambitie hebt en wilt groeien. Zeg bijvoorbeeld dat je op een gegeven moment extra taken op wilt pakken, zoals het bedrijf beter op de kaart zetten door middel van social media. Je kunt ook best zeggen dat je over vijf jaar hoopt leidinggevende te worden. Blijf wel realistisch.
9. Wat doe je in je vrije tijd?
Noem hobby’s of andere activiteiten die relevant zijn voor de functie. Zeg bijvoorbeeld dat je als vrijwilliger Nederlandse les geeft aan buitenlanders of houdt van het organiseren van leuke familiedagen. Je kunt bijvoorbeeld ook laten zien dat je niet lui bent (wandelen), je verdiept in dingen die je leuk vindt (boeken en tijdschriften lezen over psychologie) of creatief bent (knutselen).
10. Heb je nog andere sollicitaties lopen?
Wees eerlijk. Verzwijg geen sollicitaties, want als dit uitkomt, kun je de baan wel op je buik schrijven. De werkgever vraagt zich dan af hoe eerlijk je in andere situaties bent.
Verboden vragen
De interviewer mag jou niet alles vragen wat hij wil. In de wet staat dat een werkgever geen onderscheid mag maken op grond van politieke voorkeuren, religie, geslacht, nationaliteit, seksuele voorkeur, burgerlijke staat of levensovertuiging. Ook mag hij niet vragen naar je gezondheid.
Voorbeelden van vragen die een interviewer dus niet aan je mag stellen zijn:
- Wil je kinderen?
- Val je op mannen of op vrouwen?
- Ben je gelovig?
- Ben je lid van een vakbond?
- Op welke politieke partij stem je?
- Ben je getrouwd?
- Heb je gezondheidsklachten?
Krijg je toch een verboden vraag voorgeschoteld, dan hoef je deze niet te beantwoorden. Blijf kalm en vriendelijk, maar laat de interviewer weten dat deze vraag niet oké is. Je kunt bijvoorbeeld vragen waarom de vraag relevant is voor de functie of een grapje maken.