Interview met een zeilinstructeur
Chaheed Chekhchar is zeilinstructeur.
Hoe ben je aan deze baan gekomen?
“Ik heb zeilen altijd al een geweldige sport gevonden. Ik ben er op mijn 9e mee begonnen en vaar nu 9 jaar later nog steeds bij precies hetzelfde watersportcentrum. Op mijn 14e werd ik door een van mijn zeilleraren gevraagd of ik misschien geïnteresseerd was om zelf zeilinstructeur te worden. Dat aanbod ontving ik natuurlijk met open armen. Vier jaar later is diezelfde zeilleraar nu een collega met wie ik soms lesgeef. Het is gek hoe dat soort dingen kunnen gaan.”
Welke opleiding heb je gevolgd om Zeilinstructeur te worden?
“Allereerst moet je natuurlijk je zeildiploma’s hebben. Aan een zeilinstructeur die zelf niet kan zeilen heeft niemand iets. Net als je A, B en C zwemdiploma’s heb je binnen het zeilen je CWO 1, CWO 2, CWO 3 (en soms zelfs) CWO 4 diploma’s. Voor elk soort boot heb je andere CWO’s. Ikzelf heb bijvoorbeeld mijn CWO 1,2 en 3 zwaardboot. Dat zijn de wat snellere (en leukere) boten die we hebben.
Daarnaast heb je ook een instructeursdiploma nodig. De instructeursopleidingen zelf gebeuren meestal intern en verschillen dus ook per zeilschool. De ene zeilschool stelt hogere eisen aan zijn instructeurs dan andere. Dit kan leiden tot een duidelijk kwaliteitsverschil tussen zeilscholen. Als de zeilschool vindt dat je er klaar voor bent, dan wordt er iemand van het Commissie Watersport Opleidingen bijgehaald die je beoordeelt. Die loopt dan een dagje mee en bepaalt of je het diploma wel of niet gehaald hebt aan de hand van allerlei vastgestelde eisen.”
Kun je een gemiddelde werkdag beschrijven?
“Ik begin meestal al twee of drie dagen voor mijn les met voorbereiden. Ik kijk naar de windvoorspellingen, stel lesdoelen op voor de cursisten en leerdoelen voor mezelf. Aan de hand hiervan kan ik dan een gestructureerde en optimale les in elkaar zetten. De dag waarop ik les geef begint vroeg in ochtend. Voordat de cursisten komen, moet er van alles klaargezet worden: de motorboot moet vaarklaar gemaakt worden, de boeien het water op, het vlot moet verankerd worden en dan hoop je dat er nog tijd is voor een snelle espresso voordat de les begint.
De sfeer en manier van les geven hangt heel erg af van de cursisten. Ik geef vooral kinderen tussen de negen en elf les met als resultaat een les waarbij ik vooral speels en soms zelfs theatraal lesgeef. Als we eenmaal met z’n allen het water op zijn dan begint de les pas echt. De cursisten moeten dan meestal een bepaalde oefening uitvoeren om één van de gestelde lesdoelen te behalen. Vanaf de motorboot documenteer ik dan en verleen steun waar nodig.”
Welke competenties zijn belangrijk in je beroep?
“Het hoofd koel kunnen houden maakt het verschil tussen een doorgewinterde en pas beginnende zeilinstructeur. Als je eenmaal op het water bent, dan ben je daar alleen met twintig of meer kinderen. Veiligheid is tijdens het zeilen dan natuurlijk de hoogste prioriteit. Om deze veiligheid te bewaren moet je snel en adequaat kunnen reageren op gevaarlijke situaties. Zodra de zeilinstructeur zelf paniekerig wordt, dan straalt hij of zij dat uit naar de cursisten en kunnen er hele nare situaties ontstaan. Verder moet een zeilinstructeur sociaal zijn ingesteld. Het kunnen enthousiasmeren van de cursisten is de kern van een leuke en energievolle les.”
“Om de veiligheid te bewaren moet je snel en adequaat kunnen reageren op gevaarlijke situaties”
Wat is de grootste uitdaging in je werk?
“Enthousiast blijven. Het is een hele uitputtende baan vanwege de constante energie die je moet geven. Vaak onderschat ik het dan ook. Dan denk ik bij mezelf even lekker ‘maar’ twee uurtjes te werken, maar kom dan gesloopt weer thuis. Je bent tijdens het lesgeven zo enthousiast en energiek dat je vaak helemaal niet door hebt hoeveel je van je lichaam vraagt totdat je thuis bent.”
Wat geeft jouw baan de meeste voldoening?
“Ik vind het echt een privilege om mijn passie over te mogen brengen op andere mensen. Om deze passie dan te zien ontwaken in kinderen die je les geeft is enorm prachtig. Soms herken ik mezelf er ook in. Daarbovenop haal ik ook echt een groot deel van mijn energie uit die lachende en enthousiaste kids om me heen.”
Wat zijn de minder leuke kanten van je baan?
“De voorbereidingen. Het lesgeven zelf is helemaal geweldig, maar men vergeet heel vaak dat achter een goede les ook een goede voorbereiding zit: Het weer constant in de gaten houden, de voortgang van iedere individuele cursist goed bijhouden, een werk- en stappenplan maken etc. Dit kan in het begin overweldigend zijn, maar hoe vaker je het doet, hoe sneller het gaat. Toen ik net begon was ik voor elke les minstens twee à drie uur aan voorbereidingen kwijt, dat is evenveel als de les zelf.”
“Een groot deel van mijn energie haal ik uit die lachende en enthousiaste kids om me heen”
Wat zou je doen als je geen Zeilinstructeur zou zijn?
“Ik denk dat ik dan nog steeds in de detailhandel zat. Ik werkte een tijd in een kledingwinkel op het Rokin in Amsterdam. Op een gegeven moment ben ik opgestapt omdat ik bij de deur moest gaan staan met als enige taak ‘hallo’ en ‘doei’ te zeggen tegen in- en uitlopende klanten. Vreselijk.
Wat was je droombaan als kind?
“Ik ben pas achttien dus de hele wereld staat nog voor mij open. Ik droom van een baan bij een internationale instantie die opkomt voor mensenrechten zoals de verenigde naties of Amnesty International. Dat zou echt geweldig zijn.”
Hoe zie je de toekomst van Zeilinstructeur?
“Ik merk zelf dat zeilen steeds meer een sport voor alle klassen in de bevolking begint te worden. Je hoeft niet meer ‘rijk’ of ‘bekakt’ te zijn om een zeilboot te kunnen gebruiken of zeillessen te nemen. Het is toegankelijk voor iedereen. Daarbovenop is Nederland met haar prachtige meren, plassen, vaarten en geschiedenis een écht ‘zeilland’. Hierom denk ik dat het zeilen, vooral in de komende jaren, steeds populairder gaat worden. Voor zeilinstructeuren is dit natuurlijk goed nieuws!”
Welk advies zou jij mensen die Zeilinstructeur willen worden geven?
“Beoefen je beroep met passie. Als je een echte passie voor je werk voelt, dan voelt het niet meer als ‘werk’ maar als hobby. Ik kan ’s ochtends vroeg met plezier opstaan, en tot laat in de middag lesgeven met nog steeds even veel lol. Maak van je passie je beroep, en je werkt geen dag in je leven.”
Over Het Watersportcentrum Sloterpas
“Ik werk voor Het Watersportcentrum Sloterplas. Een goed verborgen pareltje in Amsterdam Nieuw-West. Het verbaast me elke keer hoe weinig mensen van ons bestaan afweten. Soms komen er zeilers over de vloer die al hun hele leven in Amsterdam wonen, maar hier nog nooit zijn geweest.
Als je zo tussen de bomen midden in de natuur zit, uitkijkend over de plas dan neigt men te vergeten dat we nog steeds midden in Amsterdam zitten. Ik vind dat echt de grootste charme die je bij geen enkele andere zeilschool terug kan vinden. Het is ook om die reden dat er genoeg mensen komen die niks met zeilen hebben, maar gewoon met een drankje en een vuurtje even willen ontsnappen aan de heisa van het dagelijks leven in de stad. Ik zou het voor geen enkel andere werkplek inruilen.
Voor meer informatie kan je altijd terecht op onze site: www.watersportcentrumsloterplas.nl.”